Baanbrekend stamcelonderzoeker Hans Clevers
Wetenschappelijk directeur Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie, onderzoeker bij het Hubrecht Instituut en een van de oprichters van The HUB (Hubrecht Organoid Technology). Zorgverzekeraars CZ, Zilveren Kruis en Menzis investeren miljoenen in minidarmpjes die Hans Clevers ontwikkelde om medicijnen te testen voor patiënten met taaislijmziekte.
Op welke manier draag jij in je werk bij aan de wereld van morgen?
Bij het Hubrecht Instituut leid ik een groep van veertig onderzoekers die onderzoek doen aan stamcellen en kanker. In mijn functie als wetenschappelijk directeur van het Prinses Maxima Centrum probeer ik nu een onderzoeksinstituut op te richten volgens het model van het Hubrecht Instituut: een enkele laag van “principle investigators” (PIs) die ieder in grote onafhankelijkheid een onderzoeksgroep aansturen. We zoeken naar een goede mix van fundamentele en klinische groepen. Het Prinses Máxima Centrum is een oncologisch ziekenhuis. Alles wat aan onderzoek gebeurt, moet direct te maken hebben met kinderkanker. Het onderzoek vindt dan ook in het Prinses Máxima Centrum zelf plaats.
Wat is de impact van jouw werk op de samenleving? Wat betekent het voor mij?
Door vele jaren basaal onderzoek hebben we in korte tijd een groot aantal stamcellen ontdekt in zoogdieren: muizen en mensen. We hebben geleerd dat deze stamcellen zich heel anders gedragen dan dat we altijd hebben gedacht. We kunnen inmiddels stamcellen uit organen halen en buiten het lichaam kweken waar we vervolgens geneesmiddelen op kunnen testen. We noemen dit ‘Personalized Medicine’. We doen dit in nauwe samenwerking met het Wilhelmina Kinderziekenhuis en het UMC Utrecht. Op de lange termijn kunnen we de stamcellen zelf gebruiken om organen te behandelen. Bijvoorbeeld bij erfelijke aandoeningen kunnen we de erfelijk belaste stamcel uit het lichaam verwijderen, ‘repareren’ en terugzetten. Technisch gezien kunnen we dat nu al.
Het kweken van stamcellen uit patiënten voor geneesmiddelenonderzoek neemt op dit moment een enorme vlucht, voor erfelijke aandoeningen zoals taaislijmziekte, maar ook voor allerlei vormen van kanker. Verder gebruiken we de stamcellen ook om virussen te bestuderen. Bijvoorbeeld op gekweekte longcellen. Een mooie bijwerking is dat deze aanpak proefdieren vervangt.
In het Prinses Máxima Centrum is recent een postdoc uit mijn lab, Jarno Drost, zijn eigen onderzoeksgroep gestart om niertumoren te onderzoeken die moeilijk te diagnosticeren zijn. Vanuit de urine van patiënten kan hij niertumorcellen kweken. Hij hoopt zo buiten het lichaam te bepalen welke tumor het is en welk geneesmiddel het beste werkt. Voor patiënten is dit veel prettiger, want het betekent dat er geen naald en operatie meer nodig is.
Wat is jouw persoonlijke droom? Wat wil jij over vijf tot tien jaar bereikt hebben?
Kanker is een veelkoppig monster. Mijn droom is dat diagnostische toepassingen van onze mini-orgaantechnologie buiten het lichaam van de patiënt straks standaard zijn. Nog verder weg hoop ik dat er ooit gezonde stamcellenbanken (vrieskamers met honderden gekweekte stamcel-monsters) bestaan waar de patiënt op afroep stamcellen kan halen en gebruiken, ter vervanging van orgaantransplantatie.
Lees ook het interview van de Volkskrant met Hans Clevers: Stamcelbioloog Clevers is bezig met het kweken van een minilong: ‘Die miniluchtpijp ziet er prachtig uit. Je ziet het slijm ronddraaien’