Innovatieve immunotherapie: MR1 T-cellen tegen leukemie en hersentumoren
Speciale T-cellen kunnen mogelijk werken als immunotherapie voor meerdere vormen van kinderkanker, blijkt uit een nieuwe studie. Het onderzoek is nog in een heel vroeg stadium. De wetenschappers willen de therapie nu verder onderzoeken voor bepaalde soorten leukemie en bepaalde hersentumoren bij kinderen.
Foto: Prinses Máxima Centrum/Martin Hols.
Immunotherapie is een veelbelovende behandeling. Het zorgt ervoor dat de eigen afweer van het kind de kankercellen aanvalt. Voor steeds meer soorten kinderkanker zijn immunotherapieën in ontwikkeling om de kans op genezing verder te vergroten. De soort immunotherapie in deze studie is T-celtherapie.
Dr. Annelisa Cornel is postdoctoraal onderzoeker in de onderzoekersgroep van Stefan Nierkens in het Prinses Máxima Centrum. Ze legt uit hoe ze op het idee voor dit onderzoek kwam: ‘Ongeveer drie jaar geleden las ik over een nieuwe ontdekking. Onderzoekers hadden bij volwassenen een bepaald soort afweercel gevonden die verschillende soorten kanker kon aanvallen, en geen gezonde cellen beschadigde. Ik wilde onderzoeken of dit bij kinderkanker ook zo werkt. Tijdens mijn promotieonderzoek ben ik aan de slag gegaan met deze zogenaamde MR1 T-cel.’
Het onderzoek van Cornel is deze maand gepubliceerd in het vakblad Journal for ImmunoTherapy of Cancer. Het onderzoek kreeg financiering van Villa Joep.
Veelzijdige aanpak
De meeste T-cellen herkennen kankercellen via een molecuul dat MHC1 heet. Iedereen heeft net een wat ander MHC1-molecuul. Dat is één van de redenen dat T-celtherapie bij kanker vaak heel specifiek moet zijn. Bij MR1 is dat anders. Dit molecuul is bijna bij iedereen hetzelfde. ‘Dat zou betekenen dat de MR1 T-cel mogelijk werkt bij allerlei soorten kanker. En dat we dus met één soort behandeling veel verschillende soorten kanker bij veel mensen kunnen behandelen,’ legt Cornel uit.
‘Uit ons onderzoek blijkt dat de MR1 T-cel helaas niet werkt bij alle vormen van kinderkanker, maar bij een aantal. We vonden daarin een onderscheid tussen embryonale tumoren en andere soorten kinderkanker. Embryonale tumoren ontstaan tijdens de ontwikkeling van een kind in de baarmoeder en zijn vaak niet goed zichtbaar voor het immuunsysteem. Mijn verwachting was dat de MR1 T-cellen ze niet goed zouden kunnen herkennen. En dat bleek ook te kloppen. De MR1 T-cellen lijken wel te kunnen werken bij andere soorten kinderkanker, zoals leukemie en hooggradige gliomen. Dat zijn agressieve hersentumoren.’
Het potentieel van MR1
Groepsleider dr. Stefan Nierkens vult haar aan: ‘Voor kinderen met deze soorten kanker zijn betere behandelingen hard nodig. Dus, hoewel de MR1-therapie niet geschikt is voor alle vormen van kinderkanker, toont ons onderzoek wel een potentie voor bepaalde typen.’
‘De MR1 T-cellen zijn een paar jaar geleden ontdekt. De kennis ervan staat nog in de kinderschoenen,’ legt Nierkens uit. ‘Ons onderzoek is een verkennende studie naar de mogelijkheden van deze therapie. Als volgende stap willen we onderzoeken of we deze therapie verder kunnen ontwikkelen en testen. Het is allemaal nog heel nieuw en daagt de bestaande ideeën uit over hoe we het afweersysteem kunnen inzetten tegen kinderkanker.’
Verder ontwikkelen
Cornel heeft allerlei plannen voor de doorontwikkeling van de therapie. ‘Ik wil graag beter begrijpen welk molecuul van de kankercellen de MR1 T-cellen nou precies herkennen,’ zegt ze. ‘Daarnaast wil ik meer van dit soort T-cellen onderzoeken hoe breed hun herkenning is. Dit zal ons helpen te begrijpen hoe we deze therapie kunnen aanpassen en verbeteren. Hopelijk kunnen we in de toekomst deze speciale afweercellen verder ontwikkelen voor kinderen met leukemie of een hersentumor. En ze inzetten voor meer soorten kinderkanker.’
Bron: Prinses Máxima Centrum