Onderzoekers van Diergeneeskunde werken aan onderzoeksprojecten hormoonverstorende stoffen
Welke effecten hebben hormoonverstorende stoffen op onze gezondheid? Welke rol spelen zij bij het ontstaan van leverziekten? En wat is hun invloed op het afweersysteem en eventuele longaandoeningen en hart- en vaatziekten? Onderzoekers van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht (Institute for Risk Assessment Sciences) werken mee aan twee grote nieuwe internationale onderzoeksprojecten, gefinancierd door de Europese Unie (Horizon Europe).
“We weten dat kinderen al tijdens en na de zwangerschap worden blootgesteld aan een groot aantal chemische stoffen. Sommige daarvan kunnen een effect hebben op het hormoon- en immuunsysteem”, zegt Roel Vermeulen, hoogleraar Milieu-epidemiologie en exposoomanalyse aan de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht. “In het nieuwe ENDOMIX-project zullen we verder uitzoeken in hoeverre het immuunsysteem een rol speelt in de effecten die deze hormoonverstorende stoffen hebben op de gezondheid van kinderen en later in het leven.”
Contact met combinaties van stoffen
Een deel van het project richt zich op combinaties van stoffen. “Het testen van mengsels van stoffen is een van de grootste uitdagingen binnen de toxicologie”, zegt Raymond Pieters, universitair hoofddocent en toxicoloog bij de UU. “Maar het is heel relevant, omdat we in het echte leven nu eenmaal in contact komen met combinaties van stoffen. Met onze kennis kunnen wij een unieke rol spelen in dit project.”
Obesitas en diabetes type 2
Het andere project (EDC-MASLD) onderzoekt de invloed van hormoonverstorende stoffen op de ontwikkeling van vette leverziekte. Leververvetting, waarvan vroeger werd aangenomen dat het vooral verband hield met alcoholgebruik, blijkt een breed scala aan risicofactoren te hebben, zoals obesitas en blootstelling aan verschillende omgevingsfactoren. Daaronder vallen ook schadelijke chemicaliën in het milieu.
“De ontwikkeling van vette leverziekte gaat vaak hand in hand met obesitas en diabetes type 2 en er zijn sterke aanwijzingen dat hormoonverstorende stoffen hierin een rol spelen”, zegt Jorke Kamstra, universitair docent en als toxicoloog betrokken bij dit onderzoek. “In dit project gaan we onderzoeken hoe en in welke mate deze stoffen dit ziektebeeld kunnen beïnvloeden."
In beide projecten werken de afdelingen toxicologie en epidemiologie van het IRAS intensief samen. “Dat is de kracht van ons onderzoeksinstituut waar we naadloos kennis bij elkaar kunnen brengen van moleculen, cellen, organen tot aan individuen en populaties”, zegt Vermeulen. “Dat is echt uniek.”
Het ENDOMIX-project wordt geleid door het Helmholtz-Zentrum für Umweltforschung UFZ in Leipzig. Het totaalbudget is 6,9 miljoen euro, waarvan 1 miljoen voor het onderzoek van de Universiteit Utrecht. Aan het project doen onderzoekers mee uit Duitsland, Frankrijk, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Nederland (UU), Tsjechië, en Oostenrijk.
Het EDC-MASLD-project wordt geleid door de Zweedse Örebro Universiteit en gefinancierd door de Europese Unie (Horizon Europe). Het totaalbudget is 6,5 miljoen euro, waarvan 1,2 miljoen voor het onderzoek van de Universiteit Utrecht. Aan het project doen onderzoekers mee uit Zweden, Nederland (UU), Duitsland, Italië, Noorwegen, Frankrijk, Spanje, Finland en Engeland.
Bron: Universiteit Utrecht