Helderheid over vaatschade op hersenscans

Als mensen ouder worden, ontstaat er vaak vaatschade in de hersenen. Onderzoekers van het UMC Utrecht en het Erasmus MC hebben nu referentiewaarden ontwikkeld voor dit type schade. Deze nieuwe normen helpen artsen objectief vast te stellen of veranderingen die worden waargenomen op hersenscans normaal zijn voor iemands leeftijd en geslacht of dat ze afwijken van de norm. De onderzoekers hebben hun bevindingen gepubliceerd in twee wetenschappelijke artikelen.

Referentiewaarden zijn belangrijk in de gezondheidszorg en worden vaak gebruikt om onderzoeksresultaten te interpreteren. “Als je met je kind naar een consultatiebureau gaat, meten ze lengte en gewicht en vergelijken dat met groeidiagrammen,” zegt Prof. Geert Jan Biessels, neuroloog in het UMC Utrecht. “Zo kun je meteen zien wat normaal is en wat niet. Maar in ziekenhuizen worden hersenscans nog steeds grotendeels op het oog beoordeeld. Dat is subjectief en het blijft vaak onduidelijk of bijvoorbeeld vaatschade of krimp past bij de leeftijd van een patiënt. Daardoor worden veel mensen onnodig gealarmeerd door hun scanresultaten.”

Vasculaire schade en veroudering

Zelfs als ze nooit een beroerte hebben gehad, hebben oudere mensen vaak lichte vaatschade die zichtbaar is op hersenscans. Deze schade kan ernstig genoeg worden om cognitieve problemen of evenwichtsproblemen te veroorzaken. De rol van vaatschade wordt vaak over het hoofd gezien of te laat herkend. Biessels legt uit: “Scans kunnen deze schade in een vroeg stadium laten zien, maar zonder referentiewaarden kan het moeilijk zijn om de ernst goed in te schatten.”

De resultaten die de onderzoekers presenteren zijn gebaseerd op gegevens van twee grote onderzoeksprojecten (zie hiernaast), waaraan meerdere onderzoeksgroepen hebben bijgedragen. In totaal werden meer dan 20.000 hersenscans van duizenden deelnemers geanalyseerd. Deze inspanningen leverden gedetailleerde grafieken op met de normale waarden voor verschillende vormen van vasculaire schade per leeftijdsgroep en geslacht, vergelijkbaar met de groeidiagrammen die in gezondheidsklinieken worden gebruikt.

“Deze normen geven ons als artsen veel meer zekerheid,” zegt prof. Meike Vernooij, neuroradioloog aan het Erasmus MC en betrokken bij de onderzoeken. “We kunnen nu beter bepalen of wat we zien op een scan acceptabel is in de context van normale veroudering of dat er reden is voor verder onderzoek.”

Patiënten geruststellen

De nieuwe grafieken helpen artsen om patiënten gerust te stellen als hun scans binnen het verwachte bereik vallen. Ze bieden ook mogelijkheden voor preventie en interventie. Artsen kunnen patiënten met hersenschade die kan leiden tot een beroerte of cognitieve achteruitgang bijvoorbeeld adviseren om meer te bewegen, hun bloeddruk en cholesterol beter onder controle te houden en te stoppen met roken. “Hoewel we hersenveroudering niet kunnen stoppen, kunnen we in sommige gevallen verdere schade beperken door risicofactoren aan te pakken,” zegt Biessels.

De onderzoekers verwachten dat de nieuwe standaarden snel onderdeel zullen worden van de klinische praktijk. Naast betere patiëntenzorg dragen de gegevens ook bij aan verder onderzoek naar ziekten zoals dementie en beroerte.

Internationale samenwerking

De nieuwe resultaten zijn afkomstig van twee samenwerkingsprojecten:

  • Bij het eerste project, dat deel uitmaakt van het Nederlandse TAP-dementieprogramma, waren onderzoekers uit Rotterdam en Utrecht betrokken. Met behulp van meer dan 11.000 scans van duizenden deelnemers over een breed leeftijdsbereik brachten zij de belangrijkste manifestaties van verouderingsgerelateerde vaatschade in kaart. Deze schade bestond uit wittestoflaesies (kleine beschadigingen in de verbindingen tussen hersengebieden), lacunes (littekens van kleine infarcten), microbloedingen en atrofie (krimp van de hersenen). Lees het wetenschappelijke artikel.
  • In het tweede project leidde het Utrechtse team een samenwerking tussen 15 onderzoeksgroepen wereldwijd om referentiewaarden vast te stellen voor witte stof laesies. Door het internationale karakter, met deelnemers van verschillende leeftijden, geslachten en etniciteiten, gescand met verschillende scanners, zijn de resultaten van het onderzoek breed toepasbaar. Lees het wetenschappelijke artikel.

Bron: UMC Utrecht