Universiteit Utrecht onderzoekt gevolgen van na trillen vuurwerk bij huisdieren

In de herfst van vorig jaar deden meer dan 3.500 diereigenaren mee aan het vuurwerkonderzoek van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Deze maand worden de resultaten van dat onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Veterinary and Animal Science. Eén van de uitkomsten van het onderzoek is dat twee derde van de deelnemende katten- en hondeneigenaren aangeeft al vanaf september met vuurwerk in hun omgeving te kampen hebben en dus met vuurwerkproblemen voor hun dier.

‘Hoewel het waarschijnlijk is dat vooral mensen met dieren die last hebben van vuurwerk deelnemen aan onderzoek, is de rapportage opvallend van de lange tijdsduur waarin hun dieren de gevolgen van vuurwerk ondervinden’, geeft onderzoeker Van Herwijnen aan. Katten en honden in het onderzoek lijken in vergelijkbare mate stress of angst te ervaren tijdens het horen van vuurwerk. Dit geldt voor ruim drie kwart van de dieren. Maar ook tot een half uur na een vuurwerkknal trillen de gevolgen door: meer dan de helft van de dieren heeft dan nog steeds last. Het is dan ook niet gek dat een derde van de katten en meer dan de helft van de honden in een vuurwerkperiode niet naar buiten wil. ‘Vooral voor hondeneigenaren is dit extra vervelend. Zij zien niet alleen het lijden van hun dier. Ook zijn er lichamelijke gevolgen. Honden moeten immers naar buiten om zich te ontlasten. In de Gedragskliniek voor Dieren hebben we een casus van een hond waar dierenartsbehandeling nodig was omdat hij gedurende zeer lange tijd zijn plas ophield’, vertelt Claudia Vinke van deze Gedragskliniek, eveneens betrokken bij het onderzoek.

Mindere levenskwaliteit door vuurwerk

Hoewel de aanpak van vuurwerkproblematiek bij dieren van belang is, rapporteren diereigenaren in het onderzoek dat behandeling weinig resultaat heeft op langere termijn. Hondeneigenaren vragen vaker advies dan katteneigenaren. De helft van de hondeneigenaren geeft aan hulp te zoeken, versus een vijfde van de katteneigenaren.

Eigenaren doen wel gemiddeld zes (katten) tot negen (honden) verschillende aanpassingen om hun dieren te helpen, zoals het dier steunen, voedingssupplementen en/of medicatie geven. Dat deze aanpak op de lange termijn niet alle dieren genoeg lijkt te helpen, is zorgwekkend omdat de lijdenslast bij vuurwerk groot is voor het dier. De diereigenaren zelf ervaren ook een mindere levenskwaliteit door vuurwerk.

Stapsgewijze gewenning

De onderzoekers wijzen erop dat juist keuzes aan het begin van het leven van een dier kunnen helpen om dieren weerbaar te maken tegen vuurwerk angst en stress. Minder geluidsgevoelige ouderdieren en een goed benutte socialisatieperiode met zorgvuldige stapsgewijze gewenning aan geluid lijkt van uitermate belang in een samenleving waarin veel dieren langere tijd geconfronteerd worden met vuurwerkgeluid.

Huisdiergedrag in kaart brengen in heel Nederland

In registratie- en informatiesysteem PetScan kunnen dierenartsen nu ook diagnosen van bijzonder gedrag van gezelschapsdieren invullen en opzoeken. Dit kan dus ook voor angstig gedrag. Er is vanuit de wetenschap veel behoefte aan informatie over gedrag. De informatie die dierenartsen invoeren maakt onderzoek naar gewenste en ongewenste gedragskenmerken van honden mogelijk. Via deze en andere wegen werken wetenschappers toe naar gezond en sociaal gefokte dieren.

Bron: Universiteit Utrecht