Peter Luijten

Peter Luijten, vice dean van het Strategisch Thema Life Sciences aan de Universiteit Utrecht en professor of Functional Medical Imaging, nam in oktober afscheid van de Universiteit Utrecht. Hij heeft in zijn carrière veel bijgedragen aan de ontwikkeling van verschillende medische technologieën en innovatieve onderzoeken op het Utrecht Science Park.

Op vrijdag 27 september was, als opening van de Utrecht Science Week, de Utrecht Science Lezing van Peter in het kader van zijn afscheid. In de lezing kwam naar voren hoe het life sciences werkveld continu in beweging is, hoeveel er in Utrecht gebeurt en hoe er tussen partners wordt samengewerkt. Peter nodigde vier collega's uit die vertelden over hun expertise en ervaring. Daarmee liet hij de variëteit in het type onderzoekers en het talent zien. Wij spraken met Peter over zijn interessante carrière, samenwerkingen binnen het Utrechtse life sciences-onderzoek en de toekomst.  

Hoe het begon  

Peter is gepromoveerd in magnetische resonantie, het principe waarop MRI-beeldvorming gebaseerd is. Zijn promotieonderzoek was erg fundamenteel van aard en voor een leek vaak niet eenvoudig uit te leggen.

Als ik op zaterdagavond op een feestje moest uitleggen wat mij van de straat hield, dan zei die persoon al vrij snel dat hij een drankje ging halen om elkaar vervolgens niet meer terug te zien,”

“Tijdens mijn studieperiode bezocht ik een lezing van iemand uit de VS. Hij liet zien dat je met dezelfde techniek, waarmee ik dat moeilijk te bevatten onderzoek deed, ook een afbeelding kan maken uit een object, zonder dat daar een gevaarlijke straling bij gebruikt wordt of iets kapot wordt gemaakt. Daar was ik ontzettend door getriggerd aangezien de verstrekkende toepassingen daarvan evident waren. Als je zegt ‘ik werk aan een techniek waarmee ik dwars door je heen kan kijken’, dan is dat een ander verhaal dan de omschrijving met alle moeilijke termen. Ik merkte na de lezing, in het gesprek de volgende ochtend aan de koffietafel, dat veel senior fysici het onderwerp van de lezing maar onzin vonden. Dat vond ik een te makkelijk oordeel. Later bleek dat de man die de lezing gaf de Nobelprijs voor Geneeskunde mocht ontvangen als één van de uitvinders van MRI. Zo zie je maar dat je niet altijd moet afgaan op het oordeel van de gevestigde onderzoeker, maar je moet ook je eigen oordeel vormen,” vervolgt Peter.   

Philips en overgang naar Utrecht 

In 1984 werd Peter door het toenmalige Philips Medical Systems ingelijfd om met een groep jonge wetenschappers de eerste MRI-apparaten in het bedrijf te ontwikkelen en op de rit te zetten. “Ik zat in een multidisciplinair team dat maar één gemeenschappelijk doel had: de beste MRI-machine voor de patiëntenzorg te ontwikkelen. De inzet en motivatie was gigantisch. Ik was veel buiten de fabriek, in ziekenhuizen om zo dicht mogelijk bij de eindgebruiker te zijn en te begrijpen waar de medisch specialist behoefte aan heeft.” 

Begin jaren 80 had Peter zijn eerste contact met Utrecht: “Ik kwam op het Utrecht Science Park, bij het UMC Utrecht. Het ziekenhuis stond nog in de steigers, maar er stond al wel een MR-apparaat van Philips. Ik moest met mijn kaplaarzen aan door de blubber lopen om bij het UMCU te komen.” 

“Dat multidisciplinaire wat ik bij Philips had, dat zie je hier ook. Een MRI-apparaat bijvoorbeeld bestaat uit een heel uitgebreid systeem, waar verschillende disciplines aan te pas komen. Je hebt dus kennis nodig uit verschillende hoeken.”  

In 2005 is Peter gevraagd, na een tijdje in de VS te hebben gezeten, om naar Utrecht te komen en een groot MRI-project te leiden, gekoppeld aan de aanschaf van een groot MRI-apparaat, toentertijd de sterkste. Daar zette hij een onderzoekslijn op, gericht op hoogveld MRI, die tot op de dag van vandaag nog doorloopt. 


De uniciteit van het Utrecht Science Park  

In Utrecht is er een grote diversiteit aan verschillende disciplines, dat biedt veel voordelen.  

Veel innovaties en doorbraken vinden vaak plaats op een snijvlak van verschillende vakgebieden. Als je verbindingen kan maken tussen verschillende disciplines, dan maak je al heel snel iets moois. Dat zie je ook op het Utrecht Science Park. De uniciteit zit enerzijds in de kwaliteit van het onderzoek, anderzijds in de impact van het onderzoek."

Peter noemt de situatie in Utrecht uniek: “Met de grootte van de life sciences, evenals de diversiteit en de breedte. De faculteit Diergeneeskunde is ook uniek, dat is verder nergens. We hebben het grootste academische centrum: UMC Utrecht. Daarnaast heb je ook het Prinses Máxima Centrum erbij, wat het grootste pediatrisch oncologische centrum in Europa is. Het Hubrecht Instituut: de bakermat van zaken zoals organoïden, die ook in de oncologie en in cystic fybrosis een belangrijke rol hebben gespeeld. In zo'n omgeving werken en bijdragen, verbindingen beter ontwikkelen, dat vond ik echt een privilege."

Ik houd altijd de gedachte van ‘open science’ bij me: het gaat er niet om dat je aan het eind van de rit van een academische carrière kan zeggen dat je een meter proefschriften hebt gepubliceerd, maar het gaat erom wat veranderd is en wat de impact is geweest."  

“In Utrecht zijn grote stappen gezet en het onderzoek in life sciences is veel omvattend”, zegt Peter. “Het is voor het brede publiek misschien niet altijd bekend, maar als je er kennis van neemt, dan weet je wel dat het echt uniek is."

Samenwerken binnen de thema’s 

Peter vertelt verder over zijn aanstelling als vice dean bij het Strategisch Thema Life Sciences (STLS): “In mijn tijd bij het UMC Utrecht was ik verantwoordelijk voor de divisie Beeld en Oncologie. Ik was toen al verbonden aan het Strategisch Thema Life Sciences. De drie toenmalige decanen van Bèta, Geneeskunde en Diergeneeskunde vonden dat er een label op life sciences moest komen met het instellen van een vice dean.”  

Samen met een klein team werkte hij binnen het STLS aan het grotere geheel en legden ze verbindingen. Het team droeg bij aan grote successen. Daarmee zijn meerdere groeifondsen binnengehaald voor onder andere het CPBT (Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie), met als doel om de transitie naar proefdiervrije biomedische innovaties te versnellen. “Dat heeft een enorme boost gegeven en daar kunnen we de komende jaren de vruchten van plukken,” zegt Peter trots.  

Multidisciplinair samenwerken 

Peter benoemde al eerder dat de uniciteit van het Utrecht Science Park zit in de verschillende disciplines die samenkomen. Er wordt al veel samengewerkt, maar dat zou nog veel meer kunnen. “Er zijn veel aanpalende vakgebieden en we zouden daar nog meer gebruik van kunnen maken. Bij de sociale faculteiten en de geesteswetenschappen zijn mensen die ongelofelijk veel ervaring hebben met onderwerpen zoals gedragsverandering. De maatschappij wordt complexer en de geestelijke gezondheid is onder jongeren een gigantisch probleem. Daar moet meer aandacht voor komen. Ik had daar in mijn periode meer aandacht aan willen besteden, maar je kan niet alles. Het is belangrijk dat daar oog voor komt in de toekomst. De kant van de sociale wetenschappen staat daar heel open voor.”  

De toekomst  

En hoe ziet hij de toekomst voor zich over circa 5 jaar: “Ik hoop, en dan blijf ik dicht bij mijn vakgebied, dat er meer ontwikkeld is in technologie. Mensen kijken naar technologie als duur spul en kostenverhogend, maar de juiste technologie op de juiste plaats kan enorm veel oplossingen bieden voor de nijpendste vraagstukken in de geneeskunde.” 

“Een actueel probleem is bijvoorbeeld de duurzaamheid binnen de curatieve zorg. Er is te weinig personeel, maar de technologie waaraan wordt gewerkt zal ervoor zorgen dat het aantal ziekenhuisopnames voor veel aandoeningen aanzienlijk beperkt kan worden. Meer procedures zullen daardoor poliklinisch uitgevoerd kunnen worden. Goed voor de patiënt, maar ook voor het zorgpersoneel als hiermee veel 24-uurs diensten komen te vervallen. Uiteraard zal complexe zorg met langere opnames altijd blijven, maar dat er verschuivingen gaan plaatsvinden waar we allemaal beter van worden staat vast. Deze verschuivingen zullen ook de aard van veel medische specialismes doen veranderen", zegt Peter.  

De nieuwe generatie onderzoekers 

Met oog op de toekomst, sloten we af met de vraag wat Peter de nieuwe generatie onderzoekers wil meegeven. “Wat ik ze wil meegeven, dat is heel cliché, maar volg je hart en wees niet bang. Denk out-of-the-box en kijk wat er bij de buren gebeurt. Ga aan de slag en stoot een keer je neus, dat hoort erbij. Er is zoveel moois te doen.” 

De luxe aan enorme variëteit en kennis die hier voor het oprapen ligt, dat vind je niet ergens anders in Nederland zo goed als op het Utrecht Science Park.  De cultuur die hier heerst vind ik erg goed. Ik heb altijd in openheid gewerkt met mensen, van 2005 tot nu.”

Namens Stichting Utrecht Science Park willen we Peter hartelijk danken voor de enorme impact op het onderzoek in de Life Sciences, zijn open blik en de prettige samenwerking. We wensen Peter heel veel succes met alles wat nog op zijn pad gaat komen.